Pasquale Clemente maakt fascinerende wijnen in het achterland van Napels. Het wijngebied rond de stad Benevento profiteert van koel en hooggelegen wijngaarden met een vulkanische ondergrond. Dit terroir geeft, in combinatie met opmerkelijke, biologisch geteelde oerdruiven als greco, fiano, coda di volpe en aglianico, volstrekt unieke wijnen.
Neem bijvoorbeeld deze Caudium! De aglianico druif komt veel voor in Zuid-Italië en vormt de basis van verschillende stijlen rode wijn, afhankelijk van rijpheid en vinificatie. Waar veel Aglianico’s nogal stroef zijn, kiest Pasquale Clemente juist voor een volle, maar toegankelijke stijl.
Hij oogst de druiven pas in de eerste tien dagen van november. Pas dan komt de schil van de druif tot volledige rijpheid, met zachte tannine en veel smaakstoffen. Na de gebruikelijke eerste en tweede gisting rijpt de Caudium ongeveer negen maanden in fusten van Frans eikenhout.
Fraaie, helderrode wijn met een uitgesproken aroma van fris rood fruit zoals kersen en rode bessen en een lichte hint van kruiden, karamel en eikenhout. De smaakstructuur is sappig, fris en rond en eindigt met een aangename aromatische afdronk.
Heerlijk bij zowel koude schotels als licht gekruide gerechten van de grill.
Op dronk vanaf één à twee jaar na de oogst; vijf tot zes jaar goed houdbaar.
Dranksoort | Wijn |
---|---|
Kleur | Rood |
Smaak | Droog |
Land | Italië |
Herkomstgebied | Campania |
Producent | Masseria Frattasi |
Oogstjaar | 2023 |
Omverpakking | 6 flessen |
Flesinhoud | 750 ml |
Alcohol | 14,50% |
Druivenrassen |
100% Aglianico |
---|---|
Allergenen | Bevat sulfieten |
Wie in een betonnen kantoorkolos werkt, mag rustig een beetje jaloers zijn: het bedrijf Masseria Frattasi huist in een prachtig gerestaureerde, zeventiende-eeuwse boerderij van witte steen. En rondom dit historische gebouw groeien de druiven tegen de hellingen van de oude vulkaan Taburno in de streek Campania, het achterland van Napels.
Het domein is tegenwoordig eigendom van journalist Pasquale Clemente, maar de oude familie De Cecere, die het wijngoed stichtte, speelt er nog steeds een belangrijke rol. Er wordt gewerkt met druiven die hier net als de familie helemaal thuishoren, zoals falanghina, aglianico, coda di volpe en fiano. In de jaren vijftig redde Antonio De Cecere zelfs de laatste stokken falanghina van de ondergang.
De wijngaarden liggen behoorlijk hoog op de hellingen, wat de druiven voldoende koel houdt in de hitte van Zuid-Italië. Ze worden biologisch bewerkt. Dat gebeurt zeker niet uit een nostalgische hang naar het verleden: de nieuw aangelegde kelder van 1000 m2 is gevuld met de laatste oenologische snufjes, zodat de wijnen zorgvuldig en zuiver gemaakt kunnen worden. Het levert aantrekkelijke wijnen op met een volle smaak, die vaak stevig genoeg zijn om ook aan tafel te schenken.