Ardbeg Uigeadail

(uitgesproken als Oog-a-dal), is het recente symbool wat aan de Ardbeg familie is toegevoegd. Deze Uigeadail is vernoemd naar het "Loch" (meer) op het eiland Islay, dat de distilleerderij al eeuwen van water voorziet. Het bijzondere aan de Uigeadail is de zo zorgvuldige keuze van de geselecteerde vaten voor deze whisky, gestookt in het jaar 1993. Bourbonvaten geven aan de whisky de kwaliteiten van de rokerige aardse huisstijl, terwijl daarintegen sommige Ardbeg whisky's gerijpt op veel oudere sherryvaten een weelderige sherry finish bevatten, die je doet denken aan een brandende Christmas pudding. De Uigeadail is non chill-filtered en volgens traditie gebotteld met een alc. percentage van 54.2%. Al deze symbolen bieden een maximum aan kracht van turf en mooie aroma's. De Ardbeg distilleerderij ligt aan zee, dat heeft zijn invloed op het distillaat dat in de eikenhouten vaten ligt te rijpen. Jodium, zeewier en ziltige impressies kunnen hierdoor in de geur en smaak worden herkend en waargenomen.
In 1794 bouwde illegale whiskystokers aan de zuid-zijde van het eiland in het dorpje Ardbeg een illegale stokerij en in 1815 is toen de legale distilleerderij geopend. Ardbeg is tussen 1981 en 1989 voor verbouwingen gesloten geweest. De moutvloer werd toen ook niet meer gebruikt en Ardbeg betrekt het mout nu van buurman Port Ellen. Deze mout is nog steeds het meest turfhoudend van het eiland. In 1996 is de Ardbeg weer gesloten maar in 1997 door de huidige eigenaar geopend onder leiding van manager Stuart Thomson, die zijn sporen bij Glenmorangie reeds verdiend had als mash man. In het stillhouse van Ardbeg staan één wash still en één spirit still, die met stoom verwarmd worden. De stills zijn bijna even groot, bij andere distilleerderijen zijn de spirit stills meestal kleiner dan de washstills en de stillman van Ardbeg moet eerst tweemaal een eerste distillaat distilleren om de spirit geheel te kunnen vullen. Kenmerkend en uniek in de whisky industrie is de "purifier" op de distilleerketels van Ardbeg. De lichtere, pure en verfijnde alcoholen gaan via de bovenzijde van de distilleerketel. De zwaardere en minder verfijnde daarentegen, worden via deze purifier aan de onderkant van de pijp afgetapt. Op deze manier komen alleen de fijnste, zachtste en meest pure alcoholen in het eind-distillaat. De rijping van de new spirit van Ardbeg vindt plaats op nieuwe en refill bourbon vaten. Het water om te brouwen komt via een pijpleiding uit een meertje Loch Uigeadail geheten. De nieuwe eigenaar zal de productie van Ardbeg uitsluitend als non chill-filtered single malt op de markt brengen.